Dit speelde onlangs bij de rechter. De Belastingdienst weigerde de giftenaftrek omdat de giften niet in de kasadministratie van de ontvangende partij waren verantwoord. Zo was uit een controle gebleken. De Belastingdienst ging daarom uit van fraude.

De vraag is nu of de belastingplichtige toch voldoende bewijs heeft overlegd om giftenaftrek te krijgen. Wat kan hij meer doen dan wat hij heeft opgestuurd? Is het de verantwoordelijkheid van de schenker om erop toe te zien of zijn gift ook volledig in de administratie van de begiftigde wordt verwerkt?

Volgens de wet worden giften in aanmerking genomen voor zover zij met schriftelijke bescheiden kunnen worden gestaafd. Volgens de rechtbank is de belastingplichtige hierin niet geslaagd, gelet op de bevindingen van de Belastingdienst. De stelling dat een omissie in de kasadministratie van de ontvangende partij niet aan belastingplichtige kan worden toegerekend, leidt niet tot een ander oordeel. Immers, niet is komen vast te staan dat sprake is van een omissie. De rechtbank is van oordeel dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij € 1.500 heeft geschonken.

Let op: Contante giften bevinden zich met deze uitspraak in fiscaal risicogebied. U geeft geld aan iemand die een instelling vertegenwoordigt, maar u kunt uiteraard niet nagaan of de instelling uw geld daadwerkelijk in de kasadministratie verwerkt. De rechter vindt dat uw risico, ook al kunt u uw kant van de gift volledig bewijzen.

In de beslissing om te solliciteren weegt een leeftijdseis zwaarder dan het salaris, de reistijd en het type contract bij elkaar. Leeftijdsdiscriminatie is verboden. Benoem daarom in uw vacature alleen eigenschappen, vaardigheden en kennis die voor de functie relevant zijn.

Voorbeelden van wat niet is toegestaan: jonge kandidaat, kandidaat tussen 20 en 30, kandidaat ouder dan 40, student, starter, bijbaan naast school of studie, schoolverlater, beginnend/aankomend, junior kandidaat.

Voorbeelden van wat wel mag: junior functie, tweede / volgende stap in carrière, high potential, affiniteit met de jonge doelgroep, sportief en energiek.

Tip: U vindt meer voorbeelden van wat wel en niet is toegestaan op de vacature-check van het College voor de Rechten van de Mens.

De rechtbank veroordeelde de ondernemer tot acht maanden gevangenis. In hoger beroep stelt de ondernemer dat niet is vastgesteld dat zijn, op zichzelf verwijtbare, handelingen er allemaal toe hebben gestrekt dat te weinig belasting is geheven. En dat is wel een wettelijk vereiste.

Het gerechtshof maakt daar korte metten mee. Het is niet van belang of het schenden van de administratieplicht daadwerkelijk heeft geleid tot het betalen van te weinig (omzet)belasting. Door te handelen zoals bewezen is verklaard, heeft de ondernemer zijn bedrijfsadministratie niet zodanig ingericht en voor controle door de fiscus toegankelijk gemaakt dat die binnen redelijke termijn conclusies kon trekken omtrent de aard en omvang van zijn fiscale verplichtingen. De controlemogelijkheid van de fiscus is daarmee ernstig bemoeilijkt. Het is op grond van algemene ervaringsregels waarschijnlijk dat een dergelijke handelwijze in zijn algemeenheid ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven.

Het gerechtshof veroordeelt de ondernemer tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast krijgt hij een taakstraf voor de duur van 216 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 108 dagen hechtenis.

Tip: Niet voldoen aan uw fiscale administratieve verplichtingen kan zware gevolgen hebben. Vraag daarom bij twijfel direct advies.

Volgens de werkgever was de werknemer ongeoorloofd afwezig vanaf 27 februari 2018. Die ongeoorloofde afwezigheid vormt een dringende reden voor ontslag op staande voet.

De werknemer voert aan dat de werkgever de werkzaamheden in het kader van re-integratie tweede spoor maar buiten zijn vakantie om had moeten organiseren. Zo werkt het niet volgens de kantonrechter. De werkgever riskeert immers een loonsanctie van het UWV als hij niet voldoet aan zijn verplichtingen in het kader van de re-integratie. Daarom hoefde de werkgever niet te wachten met de start van passende werkzaamheden.

Verder voert de werknemer aan dat bij schending van re-integratieverplichtingen ontslag op staande voet niet is toegestaan. Dat klopt volgens de kantonrechter, als de werknemer passende arbeid weigert. Maar hier speelt iets anders. De werknemer is niet op zijn werk verschenen omdat hij vond dat hij vakantie mocht nemen en daarna wel zou kunnen beginnen met de passende arbeid.

De kantonrechter laat zowel de loonstop als het ontslag op staande voet in stand. Hij kent ook geen transitievergoeding en/of billijke vergoeding toe. Bovendien moet de werknemer de proceskosten van de werkgever vergoeden.

Tip: Re-integratieverplichtingen van zowel werkgever als werknemer zijn niet vrijblijvend. Een werknemer kan ook na langdurige arbeidsongeschiktheid niet zomaar wegblijven als afgesproken is dat hij aan passende arbeid gaat beginnen.  

Hierover heeft Staatssecretaris Snel de Tweede Kamer een tussenrapportage gestuurd. Het onderzoeksrapport van de Autoriteit Persoonsgegevens bevestigt de urgentie van het uitwerken van een nieuwe nummersystematiek. Deze kan echter niet voor 1 januari 2019, de door de Autoriteit Persoonsgegevens gewenste datum, gerealiseerd worden.

Staatssecretaris Snel heeft de Belastingdienst dit voorjaar gevraagd om alle denkbare varianten op een rij te zetten en te beoordelen op haalbaarheid. Uit deze analyse is als meest praktische variant de zogenaamde conversieservice naar voren gekomen.

Alle bestaande en nieuwe ondernemers/natuurlijke personen krijgen een nieuw btw-identificatienummer voor extern gebruik. De afhandeling van zaken in de systemen van de Belastingdienst blijft gebaseerd op het bestaande BSN-gebaseerde nummer van de ondernemer.

De ondernemer gebruikt het nieuwe nummer in alle uitingen aan derden waarin vermelding van een btw-nummer verplicht is (facturen, website e.d.) en in zijn uitingen aan de Belastingdienst (btw-aangifte, correspondentie e.d.). De Belastingdienst gebruikt het nummer in berichten aan de ondernemer waarin vermelding van het btw-identificatienummer vereist is en die de ondernemer moet delen met derden.

Deze praktische variant leidt nog steeds tot grote complexiteit in de uitvoering. Er zijn risico’s voor de btw-heffing en de verrekening bij intracommunautaire transacties. Het aansluiten van de ICT-systemen op de conversieservice heeft een grote impact. Nu al wordt voorzien dat aansluiting van sommige verouderde systemen moeilijk wordt.

Daarom gaat de staatssecretaris in gesprek met de Autoriteit Persoonsgegevens om te bezien of ruimte bestaat voor een overgangsperiode. Op 1 september start bovendien een commissie van deskundigen met nader onderzoek.

Let op: Staatssecretaris Snel verwacht pas eind 2018 duidelijkheid te kunnen geven over de vervolgstappen rond de vervanging van het btw-identificatienummer.

De kantonrechter vindt dat de nieuwe rechtsverhouding geen voortzetting is van de arbeidsovereenkomst. De student wist dat het arbeidscontract zou eindigen en is daarom akkoord gegaan met het nieuwe zzp-contract. Hij wist dat hij als zelfstandig ondernemer voor Deliveroo zou gaan werken. Hij mocht, anders dan voorheen, zelf beslissen of hij zichzelf aanmeldde voor werk en mocht een bestelling weigeren. Ook mocht hij opdrachten van een concurrent uitvoeren en zich laten vervangen door een ander. Verder gaat het om een bijverdienste, die voor de student per uur aanzienlijk hoger is dan de inkomsten die hij in loondienst verdiende.

Let op: Volgens de rechter is het aan de wetgever om maatregelen te treffen, als het ongewenst wordt geacht dat werkplatforms als Deliveroo dergelijke overeenkomsten aanbieden. Deze uitspraak sluit goed aan bij de voorbereiding door het kabinet van nieuwe wetgeving voor zzp-ers.

Vast komt te staan dat het jacquet is gekocht in een speciale winkel voor ambtskleding. Vanwege de knopen en hoge sluiting is dit jacquet specifiek geschikt voor de werkzaamheden van een predikant. Deze herkenbare onderdelen maken het jacquet minder geschikt voor privégebruik. Het gerechtshof acht de verklaring van de predikant, dat hij het jacquet ook nooit privé draagt, aannemelijk. Van dagelijks (privé)gebruik is in ieder geval geen sprake.

Tip: Zowel de Belastingdienst als belastingplichtigen laten zo nu en dan de grens van een wettelijk begrip door de rechter toetsen. Als u werkkleding nooit privé draagt, en deze door een bijzondere uitvoering ook minder geschikt is voor privégebruik, kan sprake zijn van aftrekbare kosten.

Wijziging van de sectorindeling op verzoek van de werkgever kan niet meer met terugwerkende kracht. Alleen bij werkgevers die door een verkeerde indeling te weinig premies hebben betaald, kan de Belastingdienst de indeling met terugwerkende kracht veranderen. Een werkgever kan nog wel verzoeken om de indeling voor de toekomst te wijzigen.

Gesplitste aansluiting van een werkgever is voor nieuwe gevallen niet meer mogelijk. Een werkgever kon onderdelen van zijn bedrijf onder sectoren met lagere premies laten vallen. Deze verzoeken worden niet meer in behandeling genomen. 

Werkgevers konden op verzoek binnen een concern met nevenbedrijven en –instellingen worden ingedeeld in dezelfde sector. Dat kan niet meer voor nieuwe gevallen. 

Let op: De wijzigingen zijn ingevoerd met terugwerkende kracht tot 29 juni 2018, 17.00 uur.  De wijzigingen hebben dus geen effect op de wijze waarop werkgevers op dit moment zijn ingedeeld.

Het bezwaar tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 moet altijd tijdig en individueel worden ingediend. Van meeliften op proefprocedures zonder zelf een bezwaarschift in te dienen, is geen sprake meer.

Het massaal bezwaar heeft betrekking op de (rechts)vraag of de vermogensrendementsheffing 2017 in strijd is met art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, maar zonder dat de schending van de “fair balance” op het niveau van de individuele belastingplichtige wordt beoordeeld, dan wel in strijd is met het discriminatieverbod van art. 14 EVRM.

Als een belastingplichtige een andere rechtsvraag aan de orde wil stellen, moet hij uiteraard ook tijdig een bezwaarschrift indienen. Dat loopt dan niet mee met de massaal bezwaarprocedure. Dit is bijvoorbeeld het geval als de belastingplichtige van mening is dat in zijn specifieke geval de heffing een individuele en excessieve last vormt die in strijd is met de ‘fair balance’.

Tip: Tijdig indienen van een bezwaarschrift is altijd vereist als u de vermogensrendementsheffing in de aanslag inkomstenbelasting 2017 door de rechter wilt laten toetsen.

Werkgevers van langdurig arbeidsongeschikte werknemers krijgen ingaande 2020 compensatie voor transitievergoedingen en eventueel daarop in mindering gebrachte transitie- en inzetbaarheidskosten die ze op of na 1 juli 2015 aan langdurige arbeidsongeschikte werknemers hebben betaald. De compensatie wordt verstrekt door het UWV uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier staat mogelijk een verhoging van de uniforme Awf-premie tegenover.

Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen is de werkgever met ingang van 2020 geen transitievergoeding meer verschuldigd, als in een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan voorzieningen zijn getroffen om werkloosheid te beperken of voorzien wordt in een redelijke vergoeding voor werknemers.

Tip: Ga de komende periode na of u op of na 1 juli 2015 de arbeidsovereenkomst van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer heeft beëindigd en daarbij een transitievergoeding hebt betaald. In dat geval kunt u in 2020 compensatie claimen.