De rechtbank volgt het echtpaar niet in hun redenering. Ze hebben een woning gebouwd om in te wonen. De omstandigheid dat het exploiteren van de zonnepanelen btw-ondernemerschap oplevert, leidt er niet toe dat de gehele woning moet worden gezien als een energiecentrale. Het gebruik van de woning onder het dak is ook niet gewijzigd door het plaatsen van de zonnepanelen. Het zou in strijd komen met het systeem van de wet als geen omzetbelasting zou drukken op een groot deel van het wonen, alleen omdat op het dak van de woning zonnepanelen zijn aangebracht.

Het dak van de woning heeft door de plaatsing van zonnepanelen ook een zakelijke functie verkregen voor de zonnepanelenonderneming. Het deel van het dak waarop de zonnepanelen zijn bevestigd is daarmee dienstbaar geworden aan de zonnepanelenonderneming. De btw-aftrek wordt bepaald door het aantal vierkante meters van het dak waarop de zonnepanelen zijn bevestigd te delen door  de vierkante meters nuttige ruimte binnenin de woning.

Tip: Partijen gaan tegen deze uitspraak in beroep. Mocht daar iets verrassends uitkomen, dan melden we dat. Intussen vindt u hier vragen en antwoorden over btw en zonnepanelen.

De kantonrechter overweegt hierover het volgende. De werkgever moet de werknemer uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Doet de werkgever dit in het geheel niet, dan is de werkgever aan de werknemer een vergoeding verschuldigd van één maandloon. De aanzegverplichting dient ertoe zeker te stellen dat de werknemer tijdig op de hoogte is van de intentie van de werkgever om de arbeidsrelatie al dan niet voort te zetten, zodat daarover geen misverstand kan ontstaan en de werknemer in de gevallen dat dit nodig is tijdig op zoek kan gaan naar ander werk. De eis van schriftelijkheid is van dwingend recht en dient als waarborg om discussies over al dan niet gedane mondelinge toezeggingen of mededelingen, dan wel gemaakte afspraken, te voorkomen. In dit geval is de tekst van de e-mail geen ondubbelzinnige aanzegging.

Op deze zitting verklaart de medewerker desgevraagd dat het hem na dat gesprek duidelijk was dat het dienstverband niet zou worden verlengd. De kantonrechter stelt vast dat er voor de medewerker vanaf 20 november 2017 geen enkele onzekerheid bestond over het eindigen van de arbeidsrelatie, dat hij feitelijk al niet meer voor de werkgever werkte, en dat hij is gaan zoeken naar een andere baan (die hij ook heeft gevonden).

Onder deze omstandigheden vindt de kantonrechter dat de eis van een schriftelijke aanzegging geen waarborgfunctie heeft en dat een dergelijke aanzegging slechts een formaliteit vormt. Zijn conclusie is dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de medewerker de aanzegvergoeding vordert.

Tip: Als werkgever bent u verplicht om beëindiging van een tijdelijk contract schriftelijk aan te zeggen, op straffe van een boete van een maandsalaris. Als echter vaststaat dat de werknemer al zeker weet dat het contract niet wordt verlengd, kan hij de boete niet opeisen. Het oordeel van de rechter daarover staat niet op voorhand vast. Doe daarom een tijdige en correcte schriftelijke aanzegging.

De rechtbank denkt daar anders over. De activiteiten van de BV zijn niet enkel verricht met het oog op de verkoop en verhuur. Ze zijn omvangrijker dan bij vermogensbeheer gebruikelijk is en zijn gericht op het behalen van een hoger rendement. Bovendien loopt de BV een groter risico.

In beroep oordeelt ook het gerechtshof dat sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer. Er wordt meer arbeid verricht en er is meer rendement. Het betreft een grote vastgoedportefeuille (WOZ-waarde € 7.318.800), waarin regelmatig ontwikkelingsactiviteiten plaatsvinden met voortdurende inschakeling van professionele deskundigen, zoals juristen en makelaars, onder actief toezicht van de directie van de BV. Het gemiddeld behaalde directe rendement van de BV is 9,3% per jaar, terwijl het gemiddelde rendement in Nederland van beleggingen in winkels en kantoren slechts 6,4% is.

Tip: De bedrijfsopvolgingsfaciliteit biedt een forse besparing van schenk- en  erfbelasting. Deze geldt ook bij een vastgoed-BV die een onderneming drijft. U dient dan onder meer aannemelijk te maken dat sprake is van meer arbeid en meer rendement dan bij vermogensbeheer.

Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom van omstandigheden. Nu moet de werkgever bewijzen dat volledig aan 1 van 8 in de wet genoemde ontslaggronden wordt voldaan. De nieuwe negende cumulatiegrond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden te combineren. De werknemer kan een halve transitievergoeding extra krijgen (bovenop de transitievergoeding), wanneer de cumulatiegrond gebruikt wordt voor het ontslag.

Werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding, ook tijdens de proeftijd. De opbouw van de transitievergoeding wordt bij lange dienstverbanden verlaagd. Er komt een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als ze hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte.

De proeftijd voor vaste contracten gaat van 2 maanden naar 5 maanden.

De opeenvolging van tijdelijke contracten (de ketenbepaling) wordt verruimd. Nu is het mogelijk om aansluitend 3 contracten in 2 jaar aan te gaan. Dit wordt 3 jaar. Ook wordt het mogelijk om de pauze tussen een keten tijdelijke contracten per cao te verkorten van 6 naar 3 maanden als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan. Daarnaast komt er een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.

Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever, met uitzondering van pensioen waar een eigen regeling voor geldt.

Er worden maatregelen genomen om verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten te voorkomen. Zo moet een werknemer minstens 4 dagen van tevoren worden opgeroepen door de werkgever. Ook houden oproepkrachten recht op loon als het werk wordt afgezegd. De termijn van 4 dagen kan bij cao worden verkort tot 1 dag.

De ww-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een vaste baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. Nu is de hoogte van de ww-premie afhankelijk van de sector waarin een bedrijf actief is.

Tip: U kunt het conceptwetsvoorstel online raadplegen en desgewenst tot 7 mei 2018 een reactie insturen.

De Staatssecretaris van Financiën geeft hierover duidelijkheid voor een aantal gebruikelijke situaties.

Het aangaan van het huwelijk zonder opstellen van huwelijkse voorwaarden, is ook na 1 januari 2018 geen schenking. Trouwen onder huwelijkse voorwaarden of tijdens het huwelijk alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen of wijzigen, kan een schenking zijn. In de volgende veel voorkomende situaties is dat niet het geval.

Als echtgenoten huwelijkse voorwaarden aangaan of wijzigen waardoor een wettelijke gemeenschap ontstaat of een algehele gemeenschap van goederen waarin ze voor gelijke delen gerechtigd zijn, is er geen sprake van een belaste schenking.

Soms laten echtgenoten geen gemeenschap van goederen ontstaan, maar spreken ze bij huwelijkse voorwaarden af dat ze bij echtscheiding en overlijden of alleen bij overlijden hun vermogens verrekenen alsof er sprake was van een gemeenschap van goederen. Ook dit leidt niet tot een belaste schenking.

Als ongehuwde partners samen een eigen woning hebben aangeschaft en vervolgens gaan trouwen, valt dit gezamenlijke vermogen in de wettelijke gemeenschap. Dat geldt automatisch ook voor een eventuele schuld die is ontstaan bij aanschaf van de woning en die is overeengekomen omdat de ene echtgenoot meer eigen vermogen heeft ingelegd. Bij echtscheiding wordt die schuld in gelijke delen verdeeld, waardoor de partner met meer eigen vermogen benadeeld zou worden. Als echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden uitsluitend deze schuld buiten de wettelijke gemeenschap van goederen houden, keurt de Staatssecretaris goed dat geen sprake is van een belaste schenking.

Een laatste situatie. Stel, een man heeft een vermogen van € 1.000.000. Een vrouw heeft geen vermogen. Ze gaan trouwen onder huwelijkse voorwaarden waarbij ze een algehele gemeenschap van goederen aangaan met de verdeelsleutel man-vrouw van 70-30. Bij ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap is de man dan, bij gelijk gebleven vermogen, gerechtigd tot € 700.000 en de vrouw tot € 300.000. Omdat de man € 1.000.000 had en bij ontbinding van de gemeenschap gerechtigd is tot ten minste de helft van het vermogen, is er geen belaste schenking. Dat is wel het geval als de man en vrouw een verdeling van bijvoorbeeld 30-70 zouden zijn overeengekomen, omdat de gerechtigdheid van de man dan daalt onder 50%.

Tip: Meer lezen? Lees het Besluit van de staatssecretaris.

Als een werkgever werkzaamheden laat verrichten die behoren tot verschillende sectoren, bepaalt de wet dat hij van rechtswege is aangesloten bij de sector waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor hij als werkgever in de regel het grootste bedrag aan premieplichtig loon betaalt of vermoedelijk zal betalen.  Daarbij geldt de loonsom bij de werkgever zelf als maatstaf. De loonsom van de voor de werkzaamheden ingeschakelde onderaannemers is niet relevant.

Tip: Als een bedrijf werkzaamheden uitvoert die tot meer sectoren behoren, gaat het voor de sectorindeling van eigen werknemers om hun premieplichtig loon, niet om de werkzaamheden met de hoogste omzet. Met goed advies over sectorindeling kunt u geld besparen.

Als de ondernemer ervoor kiest om de regeling toe te passen, dan brengt hij geen BTW in rekening aan zijn afnemers. Hij kan de BTW die andere ondernemers hem in rekening brengen ook niet aftrekken. Hij is met andere woorden van BTW vrijgesteld. Hij hoeft geen BTW-aangifte te doen. Ook zijn er geen administratieve verplichtingen, tenzij de ondernemer goederen levert en de plaats van levering buiten Nederland ligt.

Tip: De nieuwe regeling per 1 januari 2020 gaat ook gelden voor rechtspersonen, zoals BV’s, verenigingen en stichtingen.

In geval van een rechtsgeldig ontslag op staande voet kan wel degelijk recht bestaan op een transitievergoeding. Als vaststaat dat er een dringende reden voor ontslag is, staat nog niet automatisch vast dat het ontslag te wijten is aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Met ander woorden: er kan ook een dringende reden zijn, zonder dat de werknemer van zijn gedragingen een verwijt kan worden gemaakt.

In dit geval heeft de magazijnbediende gemotiveerd bepleit dat hem wegens zijn alcoholverslaving geen of hooguit een gering verwijt kan worden gemaakt. Een lagere rechter gaat zich hier nu over buigen.

Tip: Bij ontslag op staande voet zal de rechter, indien hij van oordeel is dat sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet, de aanspraak van de werknemer op een transitievergoeding afzonderlijk beoordelen.

De Belastingdienst vindt van wel. En helaas heeft de hoogste rechter dat onlangs bevestigd. De DGA kon niet overtuigend aantonen dat de auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden was gebruikt. Hij heeft geen rittenregistratie bijgehouden en ook niet op een andere manier het vereiste bewijs geleverd. De DGA had zelf de sleutel van het hek. Ook zou hij zelf zijn eigen verbod op privégebruik moeten controleren. Dat levert geen overtuigend bewijs.  

Tip: Voor de DGA zit er weinig anders op dan een sluitende kilometeradministratie, als hij bijtelling wegens privégebruik van de auto van de zaak wil voorkomen.

Voor het privégebruik van een zakelijke fiets geldt op dit moment geen forfait om de waarde van het voordeel vast te stellen. Daarom moet per geval worden bepaald wat het werkelijke voordeel van de fiets van de zaak is. In de praktijk betekent dit dat het aantal privé gefietste kilometers wordt vermenigvuldigd met de kilometerprijs van de fiets, te weten het bedrag van de kosten per kilometer aan afschrijving, onderhoud, reparatie, verzekering en eventueel elektriciteit. Dat is veel ingewikkelder dan een jaarlijks forfait, bijvoorbeeld een bijtelling van een percentage van de catalogusprijs.

Het vereenvoudigen van de bijtelling voor privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde fiets geeft een signaal vanuit het rijk richting werkgevers dat fietsstimulering belangrijk is en dat het rijk bereid is barrières die daarbij ervaren worden weg te nemen. Daarmee geeft het een impuls aan stimulering van de fiets door werkgevers.

Tip: Overweegt u aan medewerkers een fiets van de zaak te verstrekken, maar houdt de administratieve rompslomp u tegen? Wacht dan, als dat kan, tot januari 2020. In de aanloop naar januari 2020 zal meer duidelijk worden over de vereenvoudiging.