Ontslag in 2020
Overweegt u een werknemer in 2020 te ontslaan, dan kunt u de rekenhulp transitievergoeding gebruiken. Deze leidt u in vijf stappen naar een concrete bepaling van de verschuldigde  transitievergoeding.

Ontslag voor 2020
Vindt het ontslag plaats vóór 1 januari 2020, dan kunt u de tool transitievergoeding voor werkgevers gebruiken. De werking van de tool is hetzelfde, maar op basis van andere regels, percentages en bedragen.

Tip: Overweegt u ontslag van een werknemer? Bedenk dan dat de nieuwe regelgeving tot een flink verschil leidt tussen ontslag in 2019 en 2020. Via de online tools kunt u dit verschil bepalen. U kunt bij ons terecht voor concreet advies.

Twee belastingschijven
Vanaf 2020 gaan belastingplichtigen met een inkomen tot en met € 68.507 over hun inkomen 37,35% belasting betalen, voor het inkomen daarboven is dit 49,50%. Ook worden de arbeidskorting en de algemene heffingskorting extra verhoogd. Iemand die € 25.000 per jaar verdient, gaat er door deze veranderingen € 375 op vooruit in 2020. Bij een inkomen van € 45.000 per jaar is dit € 640. En bij een inkomen van € 65.000 per jaar € 680.

Eigen woning
In 2020 wordt de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verder afgebouwd als het inkomen meer is dan € 68.507. De aftrekbare kosten voor de eigen woning kunnen vanaf volgend jaar tegen maximaal 46% worden afgetrokken, dit is een verlaging van 3 procentpunt ten opzichte van 2019. Deze verlaging geldt ook voor andere aftrekposten als het inkomen meer is dan € 68.507.

Voor woningen met een waarde tussen de € 75.000 en € 1.090.000 daalt het eigenwoningforfait naar 0,60%. Voor iemand die in een huis met een WOZ-waarde van € 300.000 woont, daalt het forfait hierdoor van € 1950 (2019) naar € 1800 (2020).

Sinds 1 januari 2019 wordt de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (zogenoemde “Hillen-regeling”) ieder jaar verder beperkt. Voor iemand die in een huis met een WOZ-waarde van € 300.000 woont en geen aftrekbare kosten heeft, daalt de aftrek hierdoor in 2020 met € 60.

Zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren stapsgewijs teruggebracht tot € 5.000. Per 1 januari 2020 wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 7.280 naar € 7.030.

Fiets van de zaak
Vanaf 1 januari 2020 wordt de fiets van de zaak een stuk aantrekkelijker door een versimpeling van de fiscale fietsregeling voor woon-werkverkeer. De werknemer hoeft dan niet zelf een fiets te kopen. 

De werkgever betaalt de fiets en meestal ook de kosten voor onderhoud en reparatie. Wel krijgt de werknemer te maken met een bijtelling bij het salaris. Uiteindelijk betaalt de werknemer daardoor enkele euro’s per maand extra belasting.  

Auto
Het kabinet blijft de komende jaren elektrisch rijden stimuleren. De huidige belastingvoordelen, die in 2021 zouden aflopen, blijven de komende jaren grotendeels bestaan. Tot 2025 betalen kopers en eigenaren van elektrische auto’s bijvoorbeeld geen aanschafbelasting (bpm) en motorrijtuigenbelasting. Maar de bijtelling voor zakelijke elektrische auto’s gaat in 2020 van 4% naar 8%.

Eigenaren van een oudere dieselauto betalen vanaf 1 januari 2020 een fijnstoftoeslag van 15% op de motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting). Voor een gemiddelde auto die op diesel rijdt en tussen de 1350 en 1450 kilo weegt, kost dat € 225 per jaar.

Vergroening
Wat vervuilender is voor het milieu wordt zwaarder belast: de belasting op aardgas gaat omhoog, die op elektriciteit omlaag. De belastingvermindering,  een vast bedrag per energieaansluiting dat wordt afgetrokken van de energiebelasting, gaat omhoog. Voor huishoudens met een gemiddeld gebruik daalt het belastingdeel van de energierekening van huishoudens in 2020 met € 100.

Verhoging tabaksaccijns
Sigaretten, rooktabak en sigaren worden in 2020 twee keer duurder.  Een pakje van 20 sigaretten wordt per 1 januari 14 cent duurder en per 1 april € 1. Een pakje shag van 40 gram wordt per 1 januari 35 cent duurder en per 1 april € 2,50 euro (voor alle bedragen geldt: inclusief accijns en BTW).

Tip: Het volledige overzicht van alle wijzigingen, ook die voor bedrijven, vindt u hier.

In hoger beroep oordeelt het gerechtshof over de vraag of dit ontslag terecht was.

De werkgever wilde in het gesprek mogelijkheden tot re-integratie op termijn inventariseren. Dat kwam bij de monteur niet zo over. Hij was bang dat snelle re-integratie schade aan zijn gezondheid zou veroorzaken. De werkgever had escalatie van het gesprek kunnen en moeten voorkomen.

Verder spelen mee de leeftijd en het opleidingsniveau van de monteur, alsmede de duur van zijn dienstverband. Ook heeft hij altijd goed gefunctioneerd en is hij van onbesproken gedrag.

Het gerechtshof acht het ontslag op staande voet daarom onterecht. De werkgever had een schriftelijke waarschuwing kunnen geven dat bij herhaling van dergelijk gedrag zou worden gestreefd naar een einde van de arbeidsovereenkomst.

De ontbinding van de arbeidsovereenkomst blijft, gezien de ontstane verhoudingen, in stand. Het gerechtshof kent de wettelijk transitievergoeding toe van in dit geval € 50.635. Daarnaast moet de werkgever een billijke vergoeding betalen van € 175.000. Dat is ruim zesenzestig maal het bruto maandsalaris van de monteur.

Tip: Ontslag op staande voet kan u als werkgever duur komen te staan. U hoeft agressief gedrag niet te accepteren, maar ontslag op staande voet is het zwaarste middel en vraagt altijd een afweging van belangen.

U kunt belasting besparen door de zorgpremie voor het jaar 2020 deze maand nog te betalen.

Hebt u schulden die geen betrekking hebben op uw woning? Dan hebt u te maken met een drempel waardoor u niet de gehele schuld in aftrek kunt brengen. Wellicht hebt u geld beschikbaar en kunt u deze schulden aflossen.

U mag aan kinderen, kleinkinderen en derden elk kalenderjaar een bepaald vrijgesteld bedrag schenken. Bent u dit van plan en hebt u het maximum nog niet bereikt, doe het dan nog in december. Ook schenkingen aan goede doelen en belaste schenkingen kunt u beter nog in december doen. Ze verlagen immers uw vermogen per 1 januari.

Wellicht is een extra aflossing op uw hypotheek interessant. Ook kunt u denken aan extra stortingen om voor uw oude dag te sparen.

Het kan interessant zijn om nog gebruik te maken van de vrijstelling voor beleggingen in groenfondsen.

Tip: Veel mensen laten hun bezittingen en schulden zomaar de jaarovergang naar 2020 maken. Met wat aandacht en eventuele actie in december kunt u wellicht inkomstenbelasting over uw vermogen besparen. We zijn u hierbij graag van dienst.

De lage WW-premie geldt voor:

  • Medewerkers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een vast aantal uren.
  • Medewerkers jonger dan 21 jaar die per maand/4-weken niet meer werken dan gemiddeld twaalf uur per week.
  • Contracten op basis van de Beroepsbegeleidende leerweg (BBL).

Voor alle andere medewerkers geldt de hoge WW-premie.

In bepaalde situaties wordt de lage premie achteraf herzien, ook al was er sprake van een vast contract:

  • De dienstbetrekking eindigt uiterlijk twee maanden na aanvang.
  • Bij contracten met een arbeidsduur van minder dan 35 uur per week: de verloonde uren liggen in een kalenderjaar meer dan 30% hoger dan in het contract staat.

De voorlopige premiepercentages zijn vastgesteld op 2,94% en 7,94%.

Tip: Hebt u medewerkers met een vast contract, check dan voor 1 januari 2020 of u ook beschikt over een getekende arbeidsovereenkomst. Als dat niet het geval is, bent u voor de betreffende werknemer de hoge WW-premie verschuldigd.

De datum is inmiddels uitgesteld naar 1 april 2020. Vanaf 1 januari 2020 betalen werkgevers de lage WW-premie, mits er uiterlijk op 1 april 2020 een schriftelijke vastlegging in de loonadministratie is opgenomen. Voorwaarde is dat de werknemers reeds op 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst waren.

De komende jaren dalen de tarieven van de vennootschapsbelasting. De gecombineerde belastingdruk – nu 19% vennootschapsbelasting over winst tot €  200.000 en 25% over de winst na vennootschapsbelasting – daalt. Uit berekeningen blijkt dat afrekenen in 2019 voordelig is, als u hoe dan ook in 2020 of 2021 dividend uit uw BV nodig hebt.

Hebt u voor het vermogen in privé geen concrete bestemming, dan kunt u het meestal beter in de BV laten. Dit kan anders zijn als u op uw privévermogen een hoog rendement maakt. 

Tip: We adviseren u graag bij deze keuze. Uitkering van dividend is niet altijd mogelijk. U dient rekening te houden met de continuïteit van de B.V. Daarvoor dient u een balanstest en uitkeringstoets uit te voeren. Ook daarbij zijn we u graag van dienst.

De Belastingdienst stelt dat slechts het kantoor (13% van de benedenverdieping) ) aan de BV is verhuurd. Als blijkt dat toch de gehele benedenverdieping is verhuurd, dan vallen de overige ruimtes niet onder de belaste verhuur omdat die ruimtes niet als zelfstandige werkruimtes kunnen worden aangemerkt. Daarvoor geldt een wettelijke aftrekbeperking. De rechter stelt eerst vast dat inderdaad de hele benedenverdieping is verhuurd aan de BV.

Dan stelt de rechter vast dat de wettelijke beperking van aftrek van werkruimte aan huis bedoeld is voor werkruimte die door de eigenaar van de BV zelf voor diens werkzaamheden wordt gebruikt. Daarvan is hier echter geen sprake. De benedenverdieping is verhuurd aan de BV voor gebruik door de werknemer en zakelijke relaties. De rechter stelt dus de manager volledig in het gelijk. 

Tip: Belaste verhuur van een deel van een eigen pand aan uw BV leidt tot belastbare inkomsten. U kunt dan ook aftrekposten zoals financieringsrente, afschrijvingen en eventueel boekverlies claimen. Gaat het om werkruimte in uw eigen woning, dan gelden bijzondere regels. We geven u graag advies over uw situatie.

Als werkgever kunt u kiezen uit:

  • Geen verzekering
  • Verzekering voor loondoorbetaling zonder ondersteuning
  • Verzekering voor loondoorbetaling met ondersteuning
  • MKB verzuim-ontzorgverzekering

Geen verzekering
Bij ziekte van een werknemer bent u zelf verantwoordelijk voor de vereiste acties en administratieve plichten gedurende het verzuimtraject. Dat vraagt expertise. U hebt de re-integratie in eigen hand en bepaalt wat u zelf doet en wat u aan ondersteuning inkoopt. De kosten van loondoorbetaling en de re-integratie betaalt u zelf. Maar zolang niemand ziek is, hebt u geen extra kosten.

Verzekering voor loondoorbetaling zonder ondersteuning
U betaalt een vaste premie, ook als er niemand ziek is. Bij ziekte van een werknemer bent u zelf verantwoordelijk voor de vereiste acties en administratieve plichten gedurende het verzuimtraject. Dat vraagt expertise. U draagt zelf de kosten voor re-integratie, maar niet de kosten van loondoorbetaling. U hebt de re-integratie in eigen hand en bepaalt wat u zelf uitvoert en wat u aan ondersteuning inkoopt.   

Verzekering voor loondoorbetaling met ondersteuning
U betaalt een vaste premie, ook als er niemand ziek is. Bij ziekte van een werknemer bent u zelf verantwoordelijk voor de vereiste acties en administratieve plichten gedurende het verzuimtraject. U draagt, afhankelijk van wat u aan ondersteuning verzekert, zelf nog kosten voor re-integratie. Bij ziekte van een werknemer hebt u geen kosten voor loondoorbetaling. U krijgt ondersteuning bij de re-integratie en krijgt advies over de regels en administratieve verplichtingen.

MKB verzuim-ontzorgverzekering
U betaalt een vaste premie, ook als er niemand ziek is. Bij ziekte van een werknemer hebt u geen kosten voor loondoorbetaling en re-integratie. U krijgt volledige ondersteuning bij re-integratie. Kennis van de regels is dus niet vereist. Ook bent u niet zelf verantwoordelijk voor de administratieve plichten.

Tip: Download de keuzekaart met het overzicht. De MKB verzuim-ontzorgverzekering is nieuw in 2020.

Er is sprake van een intracommunautaire levering als u aan twee voorwaarden voldoet:

  • De goederen worden vervoerd naar een ander EU-land. Dit moet u kunnen aantonen aan de hand van uw administratie. Bijvoorbeeld met bestelformulieren, orderbevestigingen en transportpapieren.
  • Uw afnemer kan een BTW-identificatienummer uit een ander EU-land overleggen.

De intracommunautaire levering moet u aangeven op uw BTW-aangifte. Ook vult u een Opgaaf intracommunautaire prestaties in.

Wat verandert er per 1 januari 2020?
U moet het correcte BTW-identificatienummer van uw afnemer hebben en gebruiken in uw listing (opgaaf intracommunautaire prestaties).

Er geldt een bewijsvermoeden van vervoer naar de andere lidstaat. Dat is van toepassing als de leverancier minimaal twee onafhankelijke bewijsstukken in zijn dossier heeft die niet tegenstrijdig zijn. Van deze bewijsstukken moet minimaal een document een vervoersdocument zijn. Denk aan een getekende CMR-brief, transportfactuur, bankafschrift voor de betaling van het transport of een polis van de transportverzekering. Regelt de afnemer het vervoer, dan moet de leverancier een schriftelijke ontvangstverklaring van de afnemer in zijn bezit hebben. Een zogenaamde afhaalverklaring is niet meer voldoende.

Tip: Zorg dat u beschikt over een correct BTW-identificatienummer van uw afnemer.

Werkgevers vinden het vaak onrechtvaardig dat zij een transitievergoeding moeten betalen na een opzegging wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Zij hebben immers voorafgaand aan die opzegging gedurende twee jaar het loon doorbetaald en kosten gemaakt gericht op de re-integratie van de werknemer.

Per 1 april 2020 kan de werkgever echter in deze situatie van het UWV compensatie krijgen voor arbeidsovereenkomsten die op of na 1 juli 2015 zijn geëindigd. De compensatie komt ten laste van het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf).

Oordeel hoogste rechter
Als is voldaan aan de vereisten voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, moet een werkgever in principe instemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding. Daarbij geldt dat die vergoeding niet meer behoeft te bedragen dan hetgeen aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst zou kunnen (doen) beëindigen.

Dit geldt niet als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst, hetgeen de werkgever dan moet bewijzen. Zo’n belang kan bijvoorbeeld gelegen zijn in reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer, maar niet in de omstandigheid dat de werknemer op het moment dat hij zijn beëindigingsvoorstel doet, de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt.

Tip: De Wet compensatie transitievergoeding treedt in werking op 1 april 2020. Een aanspraak op compensatie is mogelijk voor arbeidsovereenkomsten die op of na 1 juli 2015 zijn geëindigd. Als werkgever moet u de vergoeding voor de werknemer voorfinancieren totdat de Wet compensatie transitievergoeding in werking is getreden. Als u aannemelijk maakt dat die voorfinanciering leidt tot ernstige financiële problemen, kan de rechter beslissen dat betaling aan de werknemer in termijnen plaatsvindt of wordt opgeschort tot na 1 april 2020. Vanaf 1 april 2020 is voor de aanvraag van compensatie vereist dat de volledige vergoeding aan de werknemer is voldaan.