Vanaf 2020 kunnen ook rechtspersonen, zoals stichtingen, verenigingen en bv’s, gebruikmaken van de nieuwe kleineondernemersregeling. Ook voor rechtspersonen geldt als voorwaarde, dat de omzet per kalenderjaar niet hoger is dan € 20.000.

Hoe werkt de nieuwe regeling?

  • U doet geen btw-aangifte meer.
  • U brengt geen btw meer in rekening bij klanten.
  • U kunt de btw die andere ondernemers bij u in rekening brengen, niet meer aftrekken of terugvragen van de Belastingdienst.
  • U moet uw omzet wél bijhouden in uw administratie.
  • Vanaf het moment dat u deelneemt aan de nieuwe kleineondernemersregeling, geldt de vrijstelling voor ten minste 3 jaar.

Aanmelden vanaf 1 juni 2019

Wilt u vanaf 1 januari 2020 gebruikmaken van de nieuwe regeling? Dan moet uw aanmelding voor 20 november 2019 bij de Belastingdienst binnen zijn. Vanaf 1 juni 2019 staat het aanmeldingsformulier op de website van de Belastingdienst.

Tip: Hebt u nu een ontheffing van administratieve verplichtingen voor de btw? Dan hoeft u zich niet zelf aan te melden. De Belastingdienst meldt u automatisch aan voor  de vrijstelling. U ontvangt hierover nog een bericht. Daarin leest u ook wat u moet doen als u geen gebruik wilt maken van de vrijstelling.

De webmodule wordt een belangrijk hulpmiddel voor opdrachtgevers. Het is een online vragenlijst waarmee opdrachtgevers duidelijkheid kunnen krijgen over de vraag of een opdracht buiten dienstbetrekking mag worden uitgevoerd. Als dat het geval is, wordt een opdrachtgeversverklaring afgegeven. Opdrachtgevers hebben dan de zekerheid dat ze geen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen zijn verschuldigd.

De inzet is dat de vragenlijst uit de webmodule met zo min mogelijk vragen zo effectief mogelijk werkt. Informatie uit de huidige praktijk is bij het ontwikkelen zeer welkom. Daarom ontvangen duizend opdrachtgevers een vragenlijst. Nadat deze vragenlijsten zijn verwerkt zal een kortere vragenlijst worden ontwikkeld. Deze vragenlijst zal vervolgens getest worden om vast te stellen wat de foutmarge is en in hoeveel gevallen via de webmodule geen opdrachtgeversverklaring kan worden afgegeven.

Tip: Ontvangt u binnenkort de vragenlijst, vul deze dan in samenspraak met uw adviseur in. U kunt hieruit geen conclusies trekken over de arbeidsrelatie, omdat de webmodule nog in ontwikkeling is.

Valt uw inrichting onder de informatieplicht? Dan moet u uiterlijk 1 juli 2019 in eLoket van RVO.nl rapporteren welke energiebesparende maatregelen u heeft genomen. Als uitgangspunt gebruikt u de Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML) voor uw bedrijfstak. Deze bevat energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Voor 19 bedrijfstakken is er een EML opgesteld.

Inrichtingen die geen informatieplicht hebben

  • Bedrijven of instellingen waarvan alle inrichtingen deelnemen aan het (Europese emissiehandelssysteem (EU ETS).
  • Glastuinbouwbedrijven die deelnemen aan het CO₂-vereveningssysteem.
  • Bedrijven of instellingen waarvan alle inrichtingen deelnemen aan het convenant Meerjarenafspraken energie-efficiëntie (MJA3).
  • Wet milieubeheer inrichtingen, Type C, die een omgevingsvergunning milieu hebben.

Tip: Meer informatie vindt u op Informatieplicht energiebesparing.

De Wet compensatie transitievergoedingen zal in werking treden op 1 april 2020. Het nieuwe artikel 7:673e BW is ook van toepassing op arbeidsovereenkomsten die voor de inwerkingtreding van de wet, maar na 1 juli 2015 zijn beëindigd. In dit artikel wordt geregeld dat een werkgever die wegens beëindiging van een arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid door ontbinding, opzegging of met wederzijds goedvinden een transitievergoeding heeft betaald, daarvoor wordt gecompenseerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV) vanuit het Werkloosheidsfonds. De compensatie is beperkt tot het bedrag aan transitievergoeding waar de werknemer recht op zou hebben bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever eindigt. De bedoeling van de Wet compensatie transitievergoedingen is om het voortbestaan van zogenaamde slapende arbeidsovereenkomsten tegen te gaan.

De rechter is van oordeel dat het in stand laten van een slapende arbeidsovereenkomst strijd met goed werkgeverschap oplevert. Daarbij is van belang dat in dit geval de werknemer gezien de medische perspectieven niet meer voor de werkgever aan de slag kan. Dat de werkgever een eventuele transitievergoeding moet voorschieten – omdat hij pas na 1 april 2020 aanspraak kan maken op compensatie – levert geen voldoende zwaarwegend belang voor het laten voortduren van de slapende arbeidsovereenkomst op.

De rechter verplicht de werkgever om de arbeidsovereenkomst binnen drie dagen op te zeggen en een transitievergoeding te betalen. In dit geval ging het om € 150.000.

Let op: Nu de Wet compensatie transitievergoedingen op 1 april 2020 in werking treedt, zullen slapende dienstverbanden tot het verleden gaan behoren. Rechters kunnen werkgevers verplichten om de transitievergoeding, waarvoor ze in 2020 compensatie ontvangen, voor te schieten.

Vooralsnog is er alleen toestemming bij bepaalde verkeersgerelateerde beroepen op basis van de Scheepvaartwet, Spoorwegwet, de Wet lokaal spoor, en de Wet luchtvaart. Deze wetten zijn gebundeld in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Hierin staat ook wie bevoegd zijn om de tests af te nemen.

Valt u niet onder één van de specifieke wettelijke uitzonderingen? Dan is het afnemen van alcohol-, drugs- en geneesmiddelentests verboden. Dit geldt ook voor personen die niet direct bij u in dienst zijn maar die wel op uw terrein moeten komen om hun werk te doen.

Persoonsgegevens verkregen uit het afnemen van alcohol-, drugs- en geneesmiddelentests ziet de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) als gegevens over de gezondheid. Er geldt in beginsel een verwerkingsverbod voor de verwerking van gezondheidsgegevens, behalve ingeval van de wettelijke uitzonderingen die zijn genoemd in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het
verkeer.

Let op: Als werkgever mag u medewerkers niet vragen mee te werken aan een alcohol-, drugs- of geneesmiddelentest. Alleen voor bepaalde verkeersgerelateerde beroepen gelden strikte uitzonderingen.

De Belastingdienst moet dit voor de rechtbank bewijzen. Volgens de rechtbank is inderdaad sprake van dienstbetrekkingen. Dat blijkt in de eerste plaats uit bepalingen in de managementovereenkomsten.

  • Toestemming vervanging
    De personal holdings mogen niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Werk-BV, waaraan voorwaarden kunnen worden verbonden, de werkzaamheden door een ander laten uitvoeren.
  • Vaste vergoeding
    Er is een vaste maandvergoeding afgesproken, waarbij is bepaald dat daarbij wordt uitgegaan van 40 uur per week.
  • Doorbetaling bij ziekte
    Als door ziekte de werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd, wordt de vergoeding gedurende 12 maanden doorbetaald.
  • Einde overeenkomst
    De overeenkomst komt per direct te vervallen zodra de personal holding geen aandeelhouder meer is van de Werk-BV of bij overlijden van de aandeelhouder van de personal holding.
  • Non-concurrentie
    Er is een non-concurrentiebeding van twee jaar voor relaties van de Werk-BV die 80% van de omzet leveren indien de werkzaamheden door de DGA worden beëindigd.
  • Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
    De werk-BV sluit voor de personal holdings een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af.

Daarom concludeert de rechtbank dat de overeenkomsten van opdracht (de managementovereenkomsten) weliswaar op naam van de houdstervennootschappen staan, maar dat zij leiden tot een arbeidsverhouding tussen elke DGA en de Werk-BV.

Tip: Bevat de managementovereenkomst teveel arbeidsrechtelijke elementen dan is feitelijk sprake van een arbeidsrelatie tussen de achterliggende DGA en de Werk-BV. Vraag daarom altijd vooraf deskundig advies.

Op basis van de gegevens die de werkzoekende zelf invult, ontstaat een geïndividualiseerd overzicht van de voor hem/haar (mogelijk) geldende regelingen en subsidies. Dat overzicht wordt desgewenst gepresenteerd in de vorm van een conceptbrief aan een aspirant werkgever. De werkzoekende kan die brief bij zijn sollicitatie voegen of meenemen naar een gesprek. Het is de werkzoekende zelf die de regie houdt. Hij kan zelf beslissen om deze regelhulp te gebruiken, het moment kiezen waarop hij dat wil doen en de mate waarin hij daarin persoonlijke gegevens verstrekt. Als de gebruiker ervoor kiest om persoonlijke gegevens in te vullen, kan daarmee een geïndividualiseerd overzicht worden gemaakt, waar de gebruiker zelf over kan beschikken. De gegevens worden niet bewaard. Om de privacy van de werkzoekende verder te garanderen, bestaat ook de mogelijkheid om het financieel CV anoniem in te vullen. De in het overzicht getoonde uitkomsten en bedragen geven een indicatie op basis van de ingevulde gegevens. De werkgever en de werkzoekende kunnen geen rechten ontlenen aan het Financieel CV.

Tip: Wilt u concreet weten welke regelingen en subsidies op u of uw sollicitant van toepassing zijn? Ga naar www.financieelcv.nl. Inloggen is niet noodzakelijk.

Nu de zonnepanelen op het dak zijn aangebracht en niet zijn geïntegreerd, is de rechtbank van oordeel dat ze relatief eenvoudig zijn te demonteren en te verplaatsen. Dan zijn ze geen bestanddelen van de woning, maar roerende, zelfstandige goederen.

Een deel van het dak staat echter niet alleen ten dienste van de nuttige ruimtes in de woning, maar wordt ook gebruikt voor de ondersteuning van de zonnepanelen en heeft dus een zakelijke functie gekregen. De omvang van het privé- en zakelijk gebruik van de woning wordt berekend aan de hand van de oppervlaktes van de nuttige ruimtes van de woning. Het deel van het dak onder de zonnepanelen heeft een extra functie verkregen en wordt daarom aangemerkt als extra nuttige ruimte.

Het sommetje wordt: vloeroppervlak woning (72 m2) plus oppervlak zonnepanelen (19,7 m2) = 91,7 m2. Zakelijk gebruik van de woning: 19,7 m2 / 91,7 m2 = 21,5%.  Daarom laat de rechter 21,5% van de BTW op de bouwkosten in aftrek toe.

De rechter ziet bovendien aanleiding om de Belastingdienst te veroordelen in de proceskosten.

Tip: Het aanbrengen van zonnepanelen kan u een aardige besparing op de bouwkosten van uw woning opleveren.

De kantonrechter overweegt het volgende. Als een werknemer blijvend arbeidsongeschikt is voor de eigen werkzaamheden en binnen het bedrijf ander passend werk voorhanden is, ligt het in de rede dat voor de nieuwe werkzaamheden een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt aangegaan. Een werknemer die tijdens ziekte ander werk doet, of een gedeelte van het werk, is nog steeds ziek. De werknemer is namelijk niet geschikt om de oorspronkelijk bedongen arbeid in volle omvang te verrichten. Als een werknemer die passend werk verricht na 104 weken opnieuw uitvalt hoeft de werkgever geen loon door te betalen, tenzij de passende arbeid de bedongen arbeid is geworden.

Zo’n wijziging van passende in bedongen arbeid is een wijziging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen, waarvoor in beginsel een nadere overeenkomst tussen werkgever en werknemer vereist is. Maar zo’n wijziging kan ook tot stand komen als de werknemer er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat de verrichte passende arbeid inmiddels de nieuw bedongen arbeid is geworden, zowel voor wat betreft haar aard als haar duur.

Uit de gang van zaken concludeert de kantonrechter dat de re-integratie volledig is afgerond en dat de werknemer succesvol is herplaatst in een andere passende functie als CNC frezer op de lichtere machine, tegen een aangepast salaris. De passende arbeid is de bedongen arbeid geworden en de werknemer mocht daar ook op vertrouwen.

Let op: Een arbeidsongeschikte werknemer kan soms in passende arbeid aan het werk. In principe blijft de werknemer dan ziek. Soms wijzigt deze passende arbeid gaandeweg in nieuw bedongen arbeid. Als de werknemer dan weer uitvalt, gaat er dan een nieuwe loondoorbetalingstermijn lopen.

Volgens de Belastingdienst is dat niet het geval. Partijen gaan naar de rechter. Ten tijde van het verstrekken van de lening ging het al niet zo best met de werk-BV. De vermogenspositie was negatief. Van stille reserves en goodwill was geen sprake. Het verhaal van de DGA dat de werk-BV een zonnige toekomst had, kan hij niet goed onderbouwen.

Er kan geen rente worden bepaald waaronder een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde lening te verstrekken, onder verder dezelfde voorwaarden en omstandigheden. Daarom neemt de rechter aan dat de DGA een debiteurenrisico op zich nam dat een derde niet zou hebben genomen. Dat deed hij vanuit zijn aandeelhoudersbelang in een poging de werk-BV overeind te houden.

Het voorgaande betekent dat de lening als onzakelijk moet worden gekwalificeerd, zodat deze niet ten laste van het inkomen van de DGA kan worden afgewaardeerd tot nihil.

Let op: Geld lenen aan uw BV dient zakelijk te zijn. Dat is globaal gezegd het geval als een onafhankelijke derde die lening op dat moment onder vergelijkbare voorwaarden aan de BV zou kunnen verstrekken. De Belastingdienst toetst achteraf, als het verkeerd is gegaan. In de praktijk bent u dan aan zet om aan te tonen dat de lening ten tijde van het verstrekken toch zakelijk was. Zorg daarom al bij het verstrekken van de lening voor een goed dossier.