Voor echtgenoten die na 1 januari 2018 trouwen in huwelijksgemeenschap met gelijke aandelen is nog steeds geen sprake van schenkbelasting. Althans, tenzij de Belastingdienst bewijst dat sprake is van een nephuwelijk met alleen fiscale redenen. Er is wel schenkbelasting verschuldigd bij ongelijke delen, dus als het aandeel van de minst vermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50% of het aandeel van de meest vermogende in het totale vermogen toeneemt. De voorgestelde maatregelen hebben mogelijk overkill voor gewone huwelijkspartners en zelfs voor ongehuwd samenwonenden.

Tip: Gaat u in 2018 trouwen, huwelijksvoorwaarden wijzigen of een samenlevingscontract sluiten of wijzigen, laat u dan goed adviseren over eventuele fiscale gevolgen.

De huidige inkeerregeling voor belastingen en toeslagen blijft van toepassing met betrekking tot aangiften die vóór 1 januari 2018 zijn gedaan of hadden  moeten zijn gedaan en met betrekking tot inlichtingen, gegevens of aanwijzingen die vóór 1  januari 2018 zijn verstrekt of hadden moeten zijn verstrekt.

Let op: De strengere aanpak geldt voor opzettelijke belastingontduiking. Die opzet moet  de Belastingdienst nog steeds bewijzen. Na 1 januari 2018 krijgt u dus niet ineens forse boetes als u een omissie in een aangifte corrigeert. 

U moet het aantal uren registreren dat uw werknemers aan het werk zijn en het loon dat zij daarmee verdienen. Uit uw administratie moet blijken dat u uw werknemers gemiddeld ten minste het minimumloon betaalt voor het aantal uren dat zij werken aan een opdracht.

Tip: Graag zorgen we er samen met u voor dat uw administratie per 1 januari 2018 klaar is voor de nieuwe regels.   

De voorzitter voert als verweer aan dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. Hij heeft de functie slechts als vriendendienst aanvaard en heeft geen verstand van de zorgwereld. Hij vertrouwde op de directeur. Er zijn geen bestuursvergaderingen geweest. Hij wist niet wie de boekhouding deed en heeft nooit financiële stukken opgevraagd. Hij wist dus ook niets van financiële problemen bij de stichting.

Deze stellingen werken averechts. Volgens de rechtbank is de tijdelijke voorzitter nalatig geweest om zich als bestuurder zelfstandig en gedocumenteerd op de hoogte te laten houden van het reilen en zeilen en van de financiële positie van de Stichting. Daardoor kon hij geen tijdige melding betalingsonmacht (laten) doen. De aansprakelijkstelling is terecht.

Tip: Bestuurder zijn van een rechtspersoon brengt aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden met zich mee. Zorg dat u weet wat er speelt en houd uw eigen positie daarbij scherp in beeld.

Volgens de Belastingdienst is in werkelijkheid geen cent voor goodwill betaald. In de uitgebreide koopovereenkomst tussen partijen wordt nergens gesproken over goodwill. De koper kan geen enkele goodwillberekening laten zien, niet van hem en niet van de verkoper. Kennelijk is daar ten tijde van de koop dus helemaal niet over gesproken of onderhandeld. Om fiscale redenen heeft de koper bij de notaris een splitsing van de koopsom gevraagd. Zo oordeelt ook de rechter. Dus van afschrijving goodwill is geen sprake.

Tip: U mag de feiten presenteren met het oog op fiscaal voordeel. Maar zorg er voor, in overleg met uw adviseur, dat het ook harde feiten zijn.