Voorwaarde
De voorwaarde voor de tegemoetkoming is dat u een periode van 3 aaneengesloten maanden een omzetverlies van minimaal 20% heeft. Deze periode hoeft niet altijd te beginnen op 1 maart. Daarom kunt u kiezen uit omzetverlies vanaf:

  1. 1 maart: u geeft dan uw percentage omzetverlies door over maart, april en mei.
  2. 1 april: u geeft dan uw percentage omzetverlies door over april, mei en juni.
  3. 1 mei: u geeft dan uw percentage omzetverlies door over mei, juni en juli.

U kunt dus bijvoorbeeld op 6 april een aanvraag doen voor omzetverlies over april, mei en juni. Maar u kunt ook op 30 mei een aanvraag doen voor omzetverlies over dezelfde periode.

Hoogte tegemoetkoming
De hoogte van de tegemoetkoming hangt af van uw loonsom en uw omzetverlies. De berekening gaat op deze manier:

  1. UWV neemt uw totale loonsom van januari 2020.
    Dit is het totale sv-loon dat u volgens uw loonaangifte betaalt voor alle werknemers die bij u in dienst zijn met een vast én met een flexibel contract. Uitgangspunt zijn uw gegevens die bij UWV bekend zijn op 15 maart 2020. Er geldt per werknemer een maximum van € 9.538 per maand.
  2. De totale loonsom van januari wordt verhoogd met 30%.
    Dit is om kosten zoals werkgeverspremies, werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiegeld te compenseren.
  3. Deze verhoogde loonsom wordt vermenigvuldigd met het verwacht omzetverliespercentage.
  4. De tegemoetkoming per maand is 90% daarvan.

Van de tegemoetkoming wordt 80% betaald als voorschot. Dat ontvangt u 3 maanden lang iedere maand. Eventueel kan betaling in 1 of 2 keer plaatsvinden. Mocht uw bedrijf in de tussentijd stoppen, dan stopt de betaling.

Correctie achteraf
UWV berekent achteraf met uw definitieve omzetverlies de definitieve tegemoetkoming.

  • De definitieve tegemoetkoming wordt bepaald op basis van uw definitieve omzetverlies, en met uw gemiddelde loonsom over maart, april en mei 2020. Is deze hoger dan de loonsom van januari? Dan geldt de loonsom van januari.
  • De definitieve tegemoetkoming wordt vergeleken met het betaalde voorschot.
  • Als uw definitieve omzetverlies lager was, dan heeft u te veel ontvangen. U moet dit terugbetalen. Was uw definitieve omzetverlies hoger, dan heeft u te weinig ontvangen. U krijgt dan een nabetaling.

Tip: Uiteraard zijn we u graag behulpzaam bij het aanvragen van deze tegemoetkoming.

Dit meldt het Forum Fiscaal Dienstverleners, de online-ontmoetingsplek van de Belastingdienst met fiscaal dienstverleners.

Niet met terugwerkende kracht verlagen
Loon dat de DGA al genoten heeft over verstreken perioden in 2020, kan niet teruggedraaid worden. De BV en de DGA kunnen alleen over toekomstige maanden in 2020 het loon verlagen.

Vooroverleg hoeft niet
Voor de tijdelijke verlaging van het gebruikelijk loon is instemming van of vooroverleg met de Belastingdienst niet nodig.

Tip: Graag helpen we u bij het bepalen van een verantwoord gebruikelijk loon in 2020.

Lijst met SBI-codes
De complete lijst met SBI-codes na het besluit van 7 april vindt u in de bijlage. Voor ondernemingen in Module 2 van de toegevoegde bedrijven geldt een aanvullend criterium. Ze moeten verklaren dat 70% van de omzet komt uit de getroffen sectoren in module 1 en in de sectoren uit de lijst van 27 en 28 maart jl.

Vestigingsvereiste
De regeling richt zich op ondernemers die daadwerkelijk beschikken over een fysieke vestiging of fysieke productiemiddelen, die los staan van de eigen woning, die essentieel zijn voor de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten, en zorgen voor omvangrijke, periodiek terugkerende vaste lasten. Daarom moet de onderneming op een ander adres staan ingeschreven dan het huisadres.

Echter, in sommige sectoren, bijvoorbeeld in de sfeer van persoonlijke dienstverlening, is soms sprake van significante bedrijvigheid vanuit de eigen woning, terwijl er daarnaast andere ondernemingen zijn met meer grootschalige dienstverlening vanuit een fysieke vestiging met omvangrijke periodieke vaste lasten, terwijl de ondernemer staat ingeschreven op het huisadres. Dit geldt bijvoorbeeld in de sectoren haarverzorging en schoonheidsverzorging, maar bijvoorbeeld ook voor de houder van een manege op het eigen erf.

Om de ondernemers met omvangrijke periodieke vaste lasten in aanmerking te laten komen voor de TOGS, zal er van hen een aanvullende verklaring worden gevraagd, waaruit moet blijken dat de bedrijfsactiviteiten van de aanvrager een zekere minimale omvang hebben. Kappers waarbij de onderneming staat ingeschreven op een ander adres dan het woonadres, komen dus automatisch in aanmerking voor de tegemoetkoming, waar collega’s die ingeschreven staan op het huisadres pas in aanmerking komen als blijkt uit de verklaring dat zij omvangrijke bedrijfsactiviteiten hebben.

Daarnaast zijn er sectoren, waarbij het kenmerkend is dat ondernemers een fysieke inrichting of fysieke productiemiddelen hebben buiten de woning. Voor deze sectoren is zo’n minimale omvang geen noodzakelijk criterium. Een voorbeeld zijn de auto- en motorrijschoolhouders die veelal op hun huisadres geregistreerd staan maar omvangrijke lasten dragen voor hun lesvoertuig(en).

Op deze manier, met op de sector toegesneden criteria, en waar nodig een eigen verklaring van de ondernemer, wordt het oogmerk van de regeling bereikt met behoud van geautomatiseerde verwerking.

Aanvraag toegevoegde ondernemingen
Ondernemingen die op 7 april zijn toegevoegd aan de lijst kunnen vanaf 15 april 2020 gebruik maken van de verruimde TOGS.

Aanvraagprocedure
U vindt de aanvraagprocedure hier.

Tip: Als u meerdere bedrijven met verschillende KVK-nummers heeft en u voldoet aan de voorwaarden, dan kunt u meer aanvragen indienen. Voor verschillende vestigingen van 1 bedrijf geldt dit niet. De tegemoetkoming is eenmalig € 4.000 per onderneming, niet per vestiging.

Zonder overheidsingrijpen zal dat voor door de coronacrisis getroffen bedrijven en sectoren op korte termijn gebeuren, waarmee de leveringen aan 75.000 bedrijven tot stilstand dreigen te komen en vele faillissementen en een groot verlies aan werkgelegenheid dreigen. De garantie vanuit de Staat die hiervoor nodig is zal naar huidige inschatting circa 12 miljard euro bedragen.

Gezien de toenemende druk op verzekeraars en de betrokken bedrijven is het echter van belang nu al duidelijk te maken dat aan een oplossing wordt gewerkt. Met deze aankondiging blijft er vertrouwen in de verschaffing van leverancierskrediet. Het is het kabinet er immers veel aan gelegen te voorkomen dat mensen en bedrijven de dupe worden van de coronacrisis.

Let op: De details voor de herverzekeringsovereenkomst worden nog nader uitgewerkt. Voor deze maatregel moet bovendien goedkeuring worden verkregen van de Europese Commissie.

Wat verandert er?

  1. U kunt nu online bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor 3 maanden.
  2. U kunt voor meer soorten belastingen in 1 keer uitstel van betaling aanvragen.
  3. De voorwaarden voor het aanvragen van uitstel langer dan 3 maanden worden versoepeld.
  4. Er wordt een regeling getroffen voor bedrijven die een zogenaamde g-rekening hebben, die in de bouw of uitzendbranche vaak gebruikt wordt.

1. Online uitstel aanvragen
Het aanvragen van uitstel kan nu ook met het online formulier ’Verzoek bijzonder uitstel van betaling voor 3 maanden’.

Let op!
Doe wél op tijd aangifte. En wacht tot u een (naheffings)aanslag hebt ontvangen. Pas dan kunt u bijzonder uitstel van betaling aanvragen. Zonder aanslag kan de Belastingdienst uw verzoek niet in behandeling nemen.

2. Voor meer soorten belastingen in 1 keer uitstel
U hoeft maar 1 uitstelverzoek in te sturen. Krijgt u in de tussentijd nieuwe belastingaanslagen? Ook voor die nieuwe belastingaanslagen legt de Belastingdienst de invordering stil. Dit geldt voor alle uitstelverzoeken die sinds 12 maart 2020 zijn ingestuurd.

Het uitstel geldt voortaan voor meer soorten belastingen. U kon al uitstel aanvragen voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw). Daar komen nu bij: kansspelbelasting, accijns, de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, assurantiebelasting, verhuurdersheffing, energiebelasting en andere milieubelastingen en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland. Voor al deze belastingen geldt dit versoepelde uitstelbeleid in ieder geval tot 19 juni 2020.

3. Uitstel voor langer dan 3 maanden
Mogelijk is een betalingsuitstel van 3 maanden voor u te kort. Dan kunt u schriftelijk voor een langere periode dan 3 maanden uitstel aanvragen. De voorwaarden hiervoor worden versoepeld.

  • Is uw totale belastingschuld op dit moment lager dan € 20.000? Dan kunt u vanaf nu langer dan 3 maanden uitstel krijgen door bewijsstukken te sturen waaruit blijkt dat de omzetcijfers of de bestellingen en reserveringen aanzienlijk zijn gedaald in vergelijking met de afgelopen maanden.
  • Is uw totale belastingschuld op dit moment hoger dan € 20.000? Dan heeft de Belastingdienst een verklaring van een zogenaamde derde deskundige nodig, zoals een externe accountant of brancheorganisatie.

4. Deblokkeren g-rekening
Bedrijven die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren en g-rekeningen gebruiken, kunnen de Belastingdienst verzoeken om deze rekeningen te laten deblokkeren. In normale situaties kan daarmee alleen het overschot op de g-rekening worden vrijgegeven. Om ondernemingen die geraakt zijn door de coronacrisis tegemoet te komen, zoals de bouw en de uitzendbranche, kunnen tijdelijk ook bedragen worden vrijgegeven die zijn opgelegd als (naheffings)aanslagen loonheffingen of BTW. Voorwaarde is wel dat uitstel van betaling is verleend voor deze aanslagen. Hierdoor krijgt u dezelfde voordelen als ondernemers zonder g-rekening. In geval van fraude of oneigenlijk gebruik van de g-rekening kan de Belastingdienst hiervan afwijken.

Op Coronavirus: belastingmaatregelen voor ondernemers leest u meer over het aanvragen van bijzonder uitstel van betaling en het deblokkeren van de g-rekening.

MKB, grootbedrijf en samenwerkingsverbanden
Daarnaast geldt deze regeling in het bijzonder voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- en recreatiesector. Ook kunnen samenwerkingsverbanden, bestaande uit minstens twee MKB-bedrijven, een aanvraag indienen. O&O-fondsen, brancheorganisaties, werkgeversverenigingen, werknemersverenigingen en onderwijsinstellingen kunnen als hoofdaanvrager subsidie aanvragen.

Waarvoor kunt u de subsidie aanvragen?

  • De doorlichting van de onderneming met als resultaat een opleidings- of ontwikkelplan gericht op het inzichtelijk maken van de scholingsbehoefte vanuit het perspectief van de onderneming;
  • Het verkrijgen van loopbaan- of ontwikkeladviezen ten behoeve van werkenden in de onderneming, of in geval van een samenwerkingsverband werkenden in andere mkb- ondernemingen;
  • Het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een methode in de onderneming die werkenden in de onderneming stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen tijdens het werk; of
  • Het gedurende enige tijd bieden van praktijkleerplaatsen ten behoeve van een beroepsopleiding of een deel daarvan in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf.

Maximale bijdrage

  • Voor een kleine onderneming is de subsidie 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een maximum van € 24.999.
  • De subsidie is voor een middelgrote onderneming 60% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een maximum van € 24.999.
  • Voor het grootbedrijf is de subsidie 60% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een maximum van € 200.000.
  • Voor samenwerkingsverbanden bedraagt de subsidie 60% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een maximum van € 500.000.

Tip: In deze menukaart vindt u een helder overzicht van de activiteiten waarvoor u de SLIM-subsidie kunt krijgen.

Met wie heeft de advocaat gecontracteerd?
De rechter stelt vast dat de BV het advocatenkantoor opdracht heeft gegeven. Het advocatenkantoor heeft vervolgens voor de verleende rechtsbijstand facturen uitgereikt aan de BV, die de facturen heeft betaald.

Hoezo aftrek BTW bij BV over kosten voor DGA?
Er is recht op aftrek van BTW bij een rechtstreeks en onmiddellijk verband met de economische activiteit van de BV in haar geheel. Daarvan is sprake als door de BV verworven diensten noodzakelijk zijn voor zijn bedrijfsvoering en zij zonder die diensten zijn economische activiteit niet zou kunnen uitoefenen of voortzetten. Dat geldt ook als de oorzaak van de kosten (uiteindelijk) is terug te voeren op een handeling die een bestuurder of werknemer van de BV heeft verricht in het kader van activiteiten die zich buiten die onderneming afspeelden. Het is wel aan de BV om die noodzaak aannemelijk te maken.

Waarom heeft de BV de advocaat ingeschakeld?
Na de aanvang van de strafzaak kreeg de BV geen opdrachten meer vanwege de beschadigde reputatie van haar DGA. De rechter vindt dit een valide argument voor de BV om op eigen kosten een advocaat in te schakelen, ook al had de DGA daarbij ook persoonlijk baat.

 

Uitsluiting aftrek kosten voor werknemers
Deze regeling sluit de aftrek van omzetbelasting uit voor zover de goederen of de diensten worden gebezigd voor persoonlijke doeleinden van het personeel. Dat geldt in beginsel ook voor betaalde kosten van rechtsbijstand bij strafrechtelijke vervolging van een eigen werknemer.

Deze uitsluiting van aftrek is echter niet van toepassing indien bijzondere omstandigheden de werkgever dwingen tot het afnemen van de diensten. Daarvan is sprake als de uitgaven primair worden gedaan in het belang van de onderneming zelf, en het persoonlijke voordeel van de werknemer, zo al aanwezig, voor de werkgever van ondergeschikt belang is.

Tip: Een BV kan in het algemeen geen BTW aftrekken over kosten die ze maakt in het belang van haar DGA. Persoonlijke omstandigheden bij de DGA kunnen er echter toe leiden dat de uitoefening van de onderneming van de BV in gevaar komt. Als de BV kosten maakt om dat te voorkomen, dient ze haar eigen ondernemingsbelang en is de BTW toch aftrekbaar. 

Bedrijven die gedurende drie maanden ten minste 20 procent omzetverlies hebben, kunnen hiermee vanaf 1 maart een tegemoetkoming van maximaal 90 procent van de loonsom krijgen naar rato van de omzetdaling. Bij een omzetverlies van 100 procent is dat 90 procent, bij bijvoorbeeld 50 procent omzetverlies wordt dat dan 45 procent van de totale loonsom. Voorwaarde is dat ze hun medewerkers hun reguliere salaris blijven doorbetalen en dat bedrijven tijdens de periode dat er subsidie wordt ontvangen geen aanvraag doen voor ontslag om bedrijfseconomische redenen.

Omzet
In de regeling spelen twee variabelen een grote rol: de omzet en de loonsom. Hoe hoger het omzetverlies, hoe hoger de tegemoetkoming in de loonsom voor de werkgever. Om de hoogte van het omzetverlies te bepalen, moeten werkgevers eerst hun totale omzet uit 2019 delen door vier. Zij vergelijken dat vervolgens met de omzet in maart-april-mei 2020. Maar soms is uitblijvende klandizie pas later terug te zien in de omzetdaling. Daarom kunnen werkgevers ook een periode aangeven voor de omzetvergelijking die één of twee maanden later start.

Als een bedrijf uit een aantal bedrijfsonderdelen (rechtspersonen) bestaat die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het hele concern aangehouden. Anders kan de organisatie van het concern grote invloed hebben op de hoogte van de subsidie. En het kabinet vindt het daarnaast aan een concern om verantwoordelijk met medewerkers om te gaan als over het geheel genomen geen sprake is van een forse omzetdaling.

Loonsom
Voor de loonsom worden gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst gebruikt. Deze neemt UWV automatisch over. UWV neemt hierbij als grondslag het zogenaamde socialeverzekeringsloon. Hier komt voor alle bedrijven dezelfde opslag van 30 procent bovenop voor werkgeverslasten zoals de opbouw van het vakantiegeld, pensioen en de werkgeverspremies. Er zit daarnaast een maximum aan het loon per werknemer van 9538,- euro per maand. Salaris boven dit bedrag wordt niet gecompenseerd. Ruim 98,5 procent van de werkenden valt onder dit maximum.

De loonsom in de subsidieperiode wordt vergeleken met de loonsom van januari zoals bekend bij de Belastingdienst. Als die ontbreekt, wordt de loonsom van november 2019 genomen. Om calculerend gedrag te voorkomen, worden wijzigingen in de loonaangifte van januari die na 15 maart zijn doorgegeven, voor deze regeling niet meegenomen. Vanwege het belang van de loonsom voor de subsidie is het belangrijk dat werkgevers tijdig loonaangifte blijven doen bij de Belastingdienst.

Flexwerkers
Iedereen voor wie loonaangifte wordt gedaan en verzekerd is voor de WW, ZW of WIA, valt onder de loonsom waarvoor subsidie ontvangen kan worden. Ook het salaris van flexwerkers wordt gecompenseerd, er is geen onderscheid naar contractvorm. Het kabinet roept werkgevers samen met de werkgevers- en werknemersorganisaties op om, indien mogelijk, flexwerkers door te betalen. Als de loonsom krimpt omdat er minder mensen doorbetaald worden, daalt de tegemoetkoming mee. 

Aanvragen, voorschot en uitbetalen
UWV streeft ernaar om de regeling vanaf 6 april uit te voeren, maar is nog bezig met de laatste testen voor de uitvoering van de regeling. Naar verwachting gaat het loket bij UWV 6 april open. De aanvraagperiode loopt tot en met 31 mei 2020. Werkgevers geven bij de aanvraag de verwachte omzetdaling op. Als UWV positief oordeelt, keert UWV een voorschot van 80% uit. Dat gebeurt in drie termijnen. Het eerste deel van het voorschot wordt uitgekeerd binnen twee tot vier weken na de indiening van de aanvraag, al verwacht UWV dat dit voor de meeste bedrijven sneller kan. 

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal UWV binnen 22 weken een eindafrekening doen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht. Bedrijven met acute liquiditeitsproblemen kunnen worden geholpen met de andere maatregelen uit het noodpakket.

Het kabinet neemt de uitzonderlijke stap tot loontegemoetkoming om snel grote aantallen bedrijven en hun medewerkers de crisis door te helpen. De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd met de extra uitgave van tien miljard euro voor deze regeling. En UWV zet zich tot het uiterste in om werkgevers snel te kunnen helpen. Maar de grote verschillen tussen bedrijven, de urgentie, de uitvoerbaarheid en het belang van het tegengaan van oneigenlijk gebruik maken dat er bij deze noodmaatregel weinig ruimte is voor bedrijfs- en sectorspecifieke verschillen. Sommige bedrijven zullen daarom minder goed of niet bereikt worden. Ook zullen sommige seizoensbedrijven een berekening op basis van een gemiddelde jaaromzet nadelig vinden.

Het kabinet zal monitoren wat de precieze werking van de maatregel is en – indien nodig en mits uitvoerbaar – aanpassingen doorvoeren.

Tekst regeling (44 pagina’s)
De regeling zelf vindt u hier.

Vanwege de gevolgen van het coronavirus heeft het kabinet besloten de termijn te verlengen tot 1 juli 2020.

Tip: U hebt dus tot 1 juli 2020 om voor uw medewerkers met een contract voor onbepaalde tijd die op 31 december 2020 bij u in dienst waren de arbeidsovereenkomst schriftelijk vast te leggen. Zo kunt u voor deze medewerkers vanaf 1 januari 2020 de lage WW-premie (blijven) toepassen.

Ondernemers zijn vrij in het doel van besteding. De regeling staat open voor een specifieke groep ondernemers.

Voor wie?
De tegemoetkoming is voor die ondernemers waarvan de hoofdactiviteit overeenkomt met een van de vastgestelde SBI-codes. SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling en de code geeft aan wat de hoofdactiviteit van een bedrijf is. De SBI-code bestaat uit 4 of 5 cijfers. Uw bedrijf moet op 15 maart 2020 met deze hoofdactiviteit ingeschreven staan in het Handelsregister van KVK. U kunt de SBI-code niet met terugwerkende kracht wijzigen om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming.

Uitbreiding regeling per 30 maart 2020
Ook bepaalde groepen ondernemers in de non-food, zoals winkeliers, kunnen de tegemoetkoming aanvragen. De SBI codes van deze groepen ondernemers zijn nu bekend. Aanvragen voor deze toegevoegde sectoren is nog niet mogelijk: de SBI tool en de aanvraagformulieren zijn hiervoor nog niet gereed. Dat wordt zo snel mogelijk geregeld.

SBI-code hoofdactiviteit opzoeken
Tijdens de aanvraag moet u de SBI-code van uw hoofdactiviteit selecteren. Via KVK kunt u uw SBI-code hoofdactiviteit opvragen, of gebruik de zoektool SBI-codes onderaan deze pagina:

  • De SBI-code van uw hoofdactiviteit staat in het Uittreksel Handelsregister van uw KVK-inschrijving. Heeft u meerdere (neven)activiteiten? De hoofdactiviteit is altijd de bovenste code.
  • Als eenmanszaak kunt u uw gegevens gratis bekijken op de website van KVK.
  • Als gebruiker van de KVK HR app krijgt u 30 gratis inzagen per jaar.

Aanvragen: periode en proces
U heeft 3 maanden om de tegemoetkoming aan te vragen. Dit kan vanaf vrijdag 27 maart 2020 16:30 uur t/m vrijdag 26 juni 17:00 uur. U kunt alleen online aanvragen.

Bekijk het aanvraagproces: van voorbereiden en aanvragen, tot wat er na uw aanvraag gebeurt.

Voorwaarden
Om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen, moet u voldoen aan een aantal voorwaarden.

Meer weten?
Bekijk de antwoorden op veelgestelde vragen.